Uitkeren van dividend? Bestuurder let op!

In deze economisch goede tijden is het uitkeren van dividend eerder regel dan uitzondering. Bij het uitkeren van dividend is tegenwoordig een grotere rol weggelegd voor de bestuurder. Ik bespreek de aansprakelijkheidsrisico’s.
Winst
De algemene vergadering van aandeelhouders besluit over de bestemming van de winst. De algemene vergadering kan besluiten om de winst te reserveren voor de BV of uit te keren aan de aandeelhouders. Uitkering mag alleen als is voldaan aan de balanstest en de liquiditeitstest.
Balanstest
De balanstest houdt in dat de BV alleen mag uitkeren voor zover het eigen vermogen groter is dan de wettelijke of statutaire reserves (zoals de herwaarderings- en deelnemingsreserves). Wél mag worden uitgekeerd de vrije reserves en het op de aandelen gestorte kapitaal.
Liquiditeitstest
De liquiditeitstest houdt in dat de onderneming na de uitkering haar opeisbare schulden moet kunnen blijven betalen. Deze beoordeling is uitsluitend aan het bestuur. Mocht naar het oordeel van het bestuur na de uitkering dit uitzicht niet bestaan, dan moet zij haar medewerking aan de uitkering onthouden.
Aansprakelijkheid bestuurder
Mocht achteraf blijken dat de vennootschap na een uitkering haar opeisbare schulden niet kan betalen, dan zijn de bestuurders die dat ten tijde van de uitkering wisten of redelijkerwijs behoorden te weten aansprakelijk. Zij zijn dan verplicht het tekort dat door de uitkering is ontstaan aan de vennootschap te vergoeden. Dit is een hoofdelijke verplichting van elke bestuurder.
Hier ligt een uitdaging voor het bestuur: zij moet vooraf in te schatten of na de uitkering de schulden blijvend kunnen worden betaald. Aan deze inschatting zijn aanzienlijke risico’s verbonden. Gelukkig zijn er wat punten van houvast. Zo hoeft het bestuur niet verder te kijken dan 1 jaar na de uitkering. Daarnaast kan een tweestappenplan worden gehanteerd. De eerste stap is de continuïteitsveronderstelling, waarbij onderzocht wordt of de BV haar activiteiten in de nabije toekomst kan voortzetten. Is dat het geval, dan kan de tweede stap worden genomen: de hoogte van het maximale bedrag van de uitkering dient te worden bepaald aan de hand van de quick ratio en de operationele kasstroom.
Faillissement
Vaak zal de vennootschap na een te omvangrijke uitkering failleren, het logische gevolg van het niet kunnen betalen van schulden. Het bestuur krijgt dan te maken met de curator. Die zal niet alleen de vordering van de vennootschap (de uitkering) vorderen van de bestuurders. Hij zal ook proberen de bestuurders aansprakelijk te stellen voor alle schulden van de vennootschap. Daarbij is het criterium of geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden had meegewerkt aan de uitkering.
Slot
Het verdient aanbeveling om bij een uitkeringsbesluit een prognose op te stellen van de kasstromen in het aanstaande jaar, bij voorkeur opgesteld door een accountant en vast te leggen op welke gronden het bestuur tot het oordeel is gekomen dat het dividendbesluit de uitkeringstoets doorstaat. Uiteraard zijn wij graag bereid u hierbij te voorzien van advies.