Turboliquidatie of faillissement? That’s the question

28-05-2015
Joris Boddaert

Als een vennootschap in liquiditeitsproblemen raakt en uitzicht op herstel ontbreekt, zal actie moeten worden ondernomen. Hiermee beperkt de onderneming de schade van haar onbetaalde schuldeisers. Als baten ontbreken dan zijn er twee scenario’s mogelijk: een turboliquidatie of een eigen aangifte tot faillissement.

Turboliquidatie

Een turboliquidatie van een vennootschap is mogelijk als baten (=activa) ontbreken. De aandeelhouder neemt dan een besluit tot ontbinding. Omdat activa ontbreken is een vereffening, dat wil zeggen het te gelde maken van het actief en verdeling van de opbrengst tussen de schuldeisers, niet aan de orde. Dit betekent dat met het ontbindingsbesluit de vennootschap ophoudt te bestaan. Omdat er geen activa waren om te verdelen, blijven schuldeisers onbetaald. Hun contractspartij, de vennootschap, is bovendien verdwenen. Dit kan leiden tot acties van schuldeisers. Schuldeisers die menen dat ten onrechte is geliquideerd kunnen bij de rechtbank een verzoek tot heropening van de vereffening doen. Hierbij moeten zij wel aantonen dat zij voldoende belang hebben in een heropening – kortom, dat er wel baten zijn of het liquidatiesaldo ten onrechte is uitgekeerd aan slechts één crediteur en dus kan worden teruggevorderd. Het ten onrechte liquideren kan bovendien leiden tot aansprakelijkheid van de bestuurder ten opzichte van de onbetaalde schuldeisers.

Faillissement

Bij een faillissement wordt een curator aangesteld die onderzoek doet naar de vermogensbestanddelen van de vennootschap. Als de curator tot de conclusie komt dat er geen bekende baten zijn, dan zal hij overgaan tot voordragen van het faillissement voor opheffing wegens gebrek aan baten. Het risico bestaat dan dat de curator blijft zitten met zijn onverhaalbare salariskosten. Dit heeft ertoe geleid dat rechtbanken recentelijk uitgesproken faillissementen – op verzoek van een curator – heeft vernietigd met veroordeling van de bestuurder/aandeelhouder in de (salaris)kosten van de curator. De rechtbank kwam in die gevallen tot de conclusie dat de aanvrager had moeten kiezen voor een turboliquidatie in plaats van een faillissement. Er was namelijk niets meer te verdelen onder de schuldeisers. Bovendien achtte de rechtbank het ongewenst dat curatoren werden opgezadeld met onverhaalbare salariskosten.

Twijfelt u over de wijze van beëindiging van uw vennootschap, Davids Advocaten adviseert u graag.

Lees verder:
uitspraak 1
uitspraak 2