Retentierecht op vrachtwagen voor achterstallige onderhoudsfacturen

ABN AMRO Lease (ABN) heeft een truck met aanhanger in operational lease verstrekt aan vervoersbedrijf Duotrans. Duotrans heeft op haar beurt voor de truck een onderhouds- en reparatieovereenkomst gesloten met Truckservice Jager Groningen B.V. (Jager).
Op enig moment raakt Duotrans achter met de betaling van de maandelijkse onderhoudskosten (ca EUR 30.000). Bij pechhulp neemt Jager de truck met aanhanger onder zich en beroept zij zich op haar retentierecht. ABN is het daar – vanzelfsprekend – niet mee eens en stelt dat Jager zich alleen op haar retentierecht mag beroepen ten aanzien van de laatste factuur van ca EUR 1.400. Alle andere – en dus oudere – facturen, daar mag het retentierecht niet voor worden gebruikt. Art.3:294 BW bepaalt immers dat retentierecht eindigt als de zaak weer in de macht van de schuldenaar (Duotrans) komt.
Zoals gebruikelijk bij trucks, staan trucks regelmatig voor onderhoud in de garage, en mogen dan de weg weer op. Elke keer als Duotrans er weer mee zou rijden, vervalt het retentierecht is de redenering van ABN. De ABN krijgt evenwel geen gelijk. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bevestigt het standpunt van de rechtbank Noord-Nederland dat een retentierecht ook kan worden ingeroepen voor de oudere facturen uit hoofde van een duurovereenkomst.