Transitievergoeding in surseance van betaling

31-03-2015
Joris Boddaert

Op 1 juli 2015 treedt de wet Werk en Zekerheid in werking. Deze wet regelt het veelbesproken nieuwe ontslagrecht. Een belangrijke wijziging is de vergoeding in geval van ontslag. In plaats van de ontslagvergoeding wordt gesproken over een transitievergoeding.

Elke werknemer die ten minste twee jaar in dienst is, komt in aanmerking voor de transitievergoeding. De vergoeding is in beginsel 1/6e maandsalaris voor elke 6 maanden dat de werknemer in dienst is. Er vindt geen leeftijdscorrectie meer plaats, behalve dat er voor werknemers ouder dan 50 jaar een overgangsregeling geldt.

Een interessant – en bekritiseerd – onderdeel van de nieuwe regeling is de verschuldigdheid van een transitievergoeding in surseance. Voor zover reeds vóór het uitspreken van de surseance van betaling een transitievergoeding verschuldigd was, vervalt de verschuldigdheid als aan de werkgever surseance van betaling wordt verleend. Indien de surseance vervolgens niet wordt omgezet naar faillissement en de vennootschap als het ware weer herleeft, dan herleeft de verschuldigdheid van de transitievergoeding niet. Ook voor een ontslag tijdens surseance van betaling is geen transitievergoeding verschuldigd. Wel dienen tijdens de surseance de reguliere selectiecriteria voor ontslag te worden gehanteerd, evenals het bestaan van een redelijke grond. Surseance van betaling lijkt deze grond impliciet te geven.

De verwachting is dat de invoering van de wet Werk en Zekerheid zal leiden tot een hernieuwde aandacht voor surseance van betaling als middel om tot herstructurering te komen. Mocht u daaromtrent nadere informatie verlangen, dan is Davids Advocaten graag bereid u daarover te adviseren.