Onverschuldigde betaling tijdens faillissement

08-02-2015
Nils Reerink

In een faillissement komt het nog al eens voor dat aan de faillissementsboedel betalingen worden gedaan die achteraf onverschuldigd blijken te zijn.

Overeenkomstig het standaard arrest Ontvanger/Hamm q.q. – later uitgewerkt in het arrest Van der Werff q.q./BLG – bestaat er voor de curator pas een directe terugbetalingsverplichting indien sprake is van een onmiskenbare vergissing. Van een dergelijke vergissing is sprake indien tussen degene die op de rekening van gefailleerde een bedrag overmaakte en gefailleerde zelf geen rechtsverhouding bestaat of heeft bestaan.

In het recente arrest van de Hoge Raad van 31 oktober 2014 (CZ Zorgkantoor/mr. Scholtes q.q.) wordt de heersende leer nog eens bevestigd. Onverschuldigde betalingen van CZ Zorgkantoor aan gefailleerde vennootschap Raad & Daad vloeien voort uit een tussen partijen bestaande rechtsverhouding. Geen onmiskenbare vergissing.

Lees verder…

uitspraak 1
uitspraak 2
uitspraak 3