Misbruik art. 58 Fw door curator

19-01-2015
Nils Reerink

Artikel 58 Fw biedt een curator de mogelijkheid om een hypotheek- of pandhouder een termijn te stellen waarbinnen het recht van parate executie moet worden uitgeoefend.

Indien een zekerheidsgerechtigde vervolgens niet tijdig tot uitoefening overgaat kan de curator – na opeising – zelf tot uitwinning overgaan. Er zijn – aldus de Hoge Raad in deze casus – echter omstandigheden denkbaar waaruit volgt dat het de curator niet is toestaan om zijn bevoegdheden uit hoofde van artikel 58 Fw uit te oefenen, omdat de faillissementsboedel redelijkerwijs geen te respecteren belang heeft. Uitwinning door de curator zou in deze casus – ten opzichte van de belangen van de curator – uitsluitend leiden tot ingrijpende nadelige gevolgen voor de betrokken partijen. Er is in dit geval sprake van misbruik van bevoegdheid.

Lees verder…