Informatiepositie curator versterkt: doorbreking geheimhoudingsplicht van accountants per 1 juli 2017

23-03-2017
Laurie van Leeuwen

De Eerste Kamer heeft op 21 maart 2017 een wetsvoorstel aangenomen dat curatoren meer mogelijkheden geeft om faillissementsfraude aan te pakken. De Wet versterking positie curator zal per 1 juli 2017 in werking treden.

Het wetsvoorstel versterking positie curator maakt deel uit van de fraudepijler van het “Programma herijking faillissementsrecht” en heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de bestrijding van faillissementsfraude en aan de bestrijding van de maatschappelijke schade die faillissementen meebrengen.

Fraudesignalerende taak curator

In beginsel is het de taak van de curator om het vermogen van de failliete boedel te beheren en te vereffenen ten behoeve van de gezamenlijke crediteuren. Curatoren doen onder meer onderzoek naar de oorzaken van het faillissement en de taakvervulling van het bestuur. Per 1 juli moeten curatoren voortaan (extra) letten op mogelijke onregelmatigheden en deze melden aan de rechter-commissaris. Indien nodig kan er een melding of aangifte van fraude volgen. De fraudesignalerende taak van de curator wordt hiermee versterkt.

Informatie- en medewerkingsplicht gefailleerde

Uit de Faillissementswet volgt al dat een gefailleerde gevraagd en ongevraagd alle inlichtingen aan de curator dient te verstrekken, die de curator nodig heeft voor het uitoefenen van zijn wettelijke taak. Tot het geven van inlichtingen behoort óók het overleggen van de boekhouding. Deze verplichting rust ook op bestuurders van failliete ondernemingen.

Per 1 juli krijgen gefailleerden en bestuurders echter strengere informatie- en medewerkingsverplichtingen. Zo dienen zij aan de curator alle medewerking te verlenen aan het beheer en de vereffening van de boedel. Daarnaast dienen zij onmiddellijk alle administratie volledig en ongeschonden aan de curator over te dragen en – voor digitale informatie – alle middelen te verstrekken om de inhoud binnen een redelijke termijn leesbaar te maken (bijvoorbeeld met boekhoudprogramma’s, encryptiesleutels en andere software). Daarnaast dienen gefailleerden en bestuurders de curator in te lichten over eventuele buitenlandse vermogensbestanddelen, zoals banktegoeden en onroerend goed en moeten zij medewerking verlenen om daarover de beschikking te krijgen.

Doorbreking geheimhoudingsplicht accountant

Curatoren worden niet zelden geconfronteerd met accountants die weigeren de administratie van een gefailleerde aan de curator te overhandigen. Zo beroepen accountants zich nog wel eens op hun geheimhoudingsplicht of een retentierecht wegens onbetaald gelaten facturen. Hierdoor wordt het een curator moeilijk, zo niet onmogelijk gemaakt om zijn taak te vervullen. Een curator dient de administratie van gefailleerde immers onder zich te nemen en te bestuderen.

In het wetsvoorstel is opgenomen dat accountants of andere (recht)personen die de administratie van een gefailleerde onder zich hebben geen beroep kunnen doen op een retentierecht. Ook derden zijn ten opzichte van de curator gehouden de administratie volledig en ongeschonden aan de curator ter beschikking te stellen. Dit biedt dan ook een wettelijke basis voor de doorbreking van de geheimhoudingsplicht van de accountant.

Evaluatie

De Wet versterking positie curator zal na vier jaar worden geëvalueerd, waarbij inzichtelijk wordt gemaakt tot welke toename van fraudemeldingen, de versterking van de positie van de curator en zijn fraudesignalerende taak heeft geleid. De achterliggende gedachte is hierbij dat de fraudesignalerende taak van de curator niet altijd in het (directe) belang is van de crediteuren, omdat de kosten die de curator in dat verband maakt ten laste komen van de boedel van failliet. Deze kosten kunnen invloed hebben op de hoogte van het bedrag dat eventueel aan de crediteuren wordt uitgekeerd.