Heiploeg: géén overgang van onderneming

19-07-2018
Joris Boddaert

Ingevolge het Small-Steps arrest heeft het Europese Hof van Justitie de prejudiciële vraag beantwoord of de richtlijn overgang van onderneming ook toepassing vindt bij een zogenaamde pre-pack.

De richtlijn waarborgt dat werknemers die bij een “overgang van onderneming” in dienst treden bij een nieuwe onderneming, aanspraak kunnen maken op dezelfde arbeidsvoorwaarden als bij hun oude werkgever. Op de bescherming ingevolge de richtlijn is een uitzondering gemaakt voor het geval dat – kort samengevat – sprake is van overgang van onderneming in geval van faillissement. De vraag of de uitzondering van toepassing is bij een pre pack, werd in de Small Steps zaak ontkennend beantwoord aangezien niet aan alle drie van de voorwaarden van art. 5 van die richtlijn is voldaan:

  1. De vervreemder is verwikkeld in een faillissements- (of gelijksoortige) procedure;
  2. De procedure ziet op liquidatie; en
  3. De procedure staat onder toezicht van een overheidsinstantie.

De pre-pack in Small Steps zag niet op liquidatie van het vermogen van Small Steps, maar op het realiseren van een doorstart. Ook in de Heiploeg zaak moest worden beoordeeld of sprake was van een doorstart of liquidatie. Het Hof overweegt dat er omstandigheden zijn die wijzen op een doorstart situatie. Voorbeelden daarvan zijn dat van te voren beoogde curatoren zijn aangesteld, er voorafgaande aan het faillissement een drietal partijen een bod heeft gedaan, de beoogde curatoren voorafgaande aan het faillissement uitvoerig hebben onderhandeld met de doorstarter en er geen toezicht was op de handelingen van de beoogde curatoren. Toch is volgens het Hof Arnhem-Leeuwarden bij Heiploeg sprake van liquidatie van het vermogen van Heiploeg. Bij het ingaan van faillissement was er namelijk nog geen definitieve overeenkomst met de doorstarter. Daarbij hebben de (beoogde) curatoren zich telkens gericht op de liquidatie van het vermogen van Heiploeg, hebben zij waarde maximalisatie nagestreefd en stonden zij na het uitspreken van faillissement onder toezicht van de rechter-commissaris.

Alles overwegende komt het Hof tot de conclusie dat sprake is van een uitzondering op de richtlijn. Als gevolg daarvan kunnen de werknemers die in dienst zijn getreden bij de doorstarter, geen aanspraak maken op de oude arbeidsvoorwaarden zoals golden onder Heiploeg.

Lees meer….