Dreigend Nederlands faillissement van Alitalia?

De Italiaanse regering heeft de Italiaanse luchtvaartmaatschappij Alitalia op dinsdag 2 mei 2017 de status van “Amministrazione Straordinaria” verleend. Dit is het Italiaanse equivalent van de Nederlandse surseance van betaling.
De regering heeft daarbij een overbruggingskrediet verstrekt van EUR 600 miljoen en zal een bewindvoerder instrueren om de verkoop dan wel liquidatie van Alitalia te onderzoeken. Alhoewel de procedure wordt beheerst door Italiaans recht heeft het openen van de insolventieprocedure direct effect in alle lidstaten van de Europese Unie (met uitzondering van Denemarken).
Op basis van de Europese insolventieverordening (EC no 1346/2000) moeten de lidstaten de Italiaanse procedure erkennen als een zogenaamde “hoofdprocedure”. Erkenning van de Italiaanse hoofdprocedure in de andere lidstaten gaat automatisch. Dat wil zeggen dat daar geen nadere rechterlijke toetsing aan te pas komt.
Het gevolg van de automatische erkenning van deze buitenlandse – in dit geval Italiaanse – hoofdprocedure is dat alle gevolgen van die insolventieprocedure rechtstreeks doorwerken in de andere lidstaten. Individuele schuldeisers, zoals Nederlandse schuldeisers, kunnen zich dan niet meer verhalen op het vermogen van Alitalia in Nederland. Daarnaast geldt dat een afkoelingsperiode naar het recht van Italië, het land van de hoofdprocedure, ook effect heeft op de goederen die zich in Nederland bevinden. Schuldeisers met een zekerheidsrecht (pand, hypotheek) op goederen in Nederland zullen tijdens de Italiaanse afkoelingsperiode hun zekerheidsrechten niet kunnen uitoefenen. De (Italiaanse) hoofdprocedure kan tot doel hebben de liquidatie van het vermogen van de schuldenaar of de sanering van de onderneming. Schuldeisers kunnen hun vordering indienen bij de curator of bewindvoerder in de hoofdprocedure. Dat is dus bij de Italiaanse bewindvoerder, of curator, met alle formaliteiten naar Italiaans recht.
Uit het voorgaande volgt dat het Italiaanse recht zich uitstrekt tot Nederland en daarmee tot Nederlandse crediteuren. De vraag is of zij dit zomaar moeten accepteren. Gelukkig heeft de Europese Insolventieverordening hierin voorzien. Schuldeisers in een lidstaat – bijvoorbeeld in Nederland – kunnen namelijk een secundaire (oftewel territoriale) procedure verzoeken. Een secundaire procedure beperkt de werking van de hoofdprocedure en kan worden geopend indien de schuldenaar ergens anders in de EU een vestiging heeft. Van een vestiging wordt gesproken als de schuldenaar in een (andere) lidstaat met behulp van mensen en goederen een economische activiteit uitoefent en die activiteit niet van tijdelijke aard is.
De secundaire procedure kan uitsluitend tot doel hebben de liquidatie van het vermogen van de schuldenaar dat in het desbetreffende land aanwezig is. Deze procedure kan dus niet tot doel hebben een herstructurering van schulden. De verdeling van de opbrengst die wordt gerealiseerd in een secundaire procedure zal worden beheerst door het recht van het land waar de secundaire procedure is geopend. Dat zou dus betekenen dat Nederlands recht bepaalt hoe de opbrengst wordt verdeeld, in plaats van Italiaans recht.
Nu de Amministrazione Straordinaria van Alitalia is uitgesproken zullen schuldeisers dus goed moeten overwegen wat hun rechten, zoals hun rangorde bij de verdeling van de opbrengsten, zijn in een Italiaanse insolventieprocedure. Mochten zij in een ander land – waar zich een vestiging van Alitalia bevindt – een betere positie kunnen verwerven, dan loont het om in dat land een secundaire procedure te openen. Bij het vorige faillissement van Alitalia in 2008 is bijvoorbeeld een secundaire procedure geopend in Engeland.
Uit het handelsregister bij de kamer van koophandel volgt dat Alitalia momenteel een vestiging heeft op Schiphol. Daarbij vermeldt het handelsregister dat Alitalia tien werknemers heeft, wat doet vermoeden dat er sprake is van een “vestiging” in de zin van de insolventieverordening. Schuldeisers hebben dus de mogelijkheid om in Nederland een faillissement van Alitalia aan te vragen als zij menen beter af te zijn bij een Nederlandse afwikkeling van de activa van Alitalia in Nederland dan onder de Italiaanse Amministrazione Straordinaria.
Mocht u een inschatting van uw positie verlangen, dan kunnen wij u daarin adviseren.