Bieden huwelijkse voorwaarden bescherming bij faillissement?

01-09-2014
Mark-Hendrik de Vries

Twee echtgenoten zijn in 2002 getrouwd onder uitsluiting van elke gemeenschap van goederen. De man wordt failliet verklaard. Zijn curator heeft de vrouw verzocht het huis en de auto aan hem af te geven.

De vrouw geeft aan dat verzoek geen gehoor. Het Hof overweegt dat een echtgenoot van een gefailleerde persoon alle goederen kan terugnemen die hem toebehoren en die niet in de huwelijksgemeenschap vallen.

De Faillissementswet bepaalt dat goederen, “voortgesproten uit de belegging of wederbelegging van aan de echtgenoot buiten de gemeenschap toebehorende gelden” door de echtgenoot kunnen worden teruggenomen. Daaraan stelt de Faillissementswet wel de voorwaarde dat die belegging of wederbelegging in geval van geschil voldoende wordt bewezen (art.61 lid 4 Fw). Volgens vaste rechtspraak betekent dit laatste dat bewezen dient te worden dat de goederen door de echtgenoot in eigendom zijn verkregen en geheel met eigen middelen zijn gefinancierd (conform het tot 1 januari 2012 geldende recht).

Wanneer de echtgenoot niet in dit dubbele bewijs slaagt, vallen de goederen in de boedel. Deze regel is overigens ook van toepassing als de echtgenoten buiten iedere gemeenschap van goederen zijn gehuwd. De vrouw dient in dezezaak dus te bewijzen dat de koopprijs van het huis en de auto voor meer dan de helft ten laste van haar eigen vermogen (conform het sinds 1 januari 2012 geldende recht) is gekomen. Het Hof Den Bosch acht de vrouw hierin niet geslaagd. De vrouw moet daarom het huis en de auto aan de curator afgeven.

Lees meer…